Categorie: Bijbaan

Tijdens de bijbaan zal je tijdens het 4-jarig studietraject werken als VIG-er (Verzorgende Individuele gezondheidszorg) op niveau 3 binnen de ouderenzorg. Voordat je op niveau 3 bent, zal je in Nederland eerst starten op niveau 2 en wordt je stap voor stap getraind naar niveau 3. Dit traject duurt ongeveer 6 tot 9 maanden.

Als verzorgende IG ben je op vele manieren inzetbaar op het gebied van zorg, welzijn, wonen en huishouden. Je kunt aan de slag bij cliënten thuis, in een verpleeghuis of woonzorgcentrum. IG staat voor individuele gezondheidszorg. De term VIG of VIG’er wordt ook vaak gebruikt.

Wat doet een verzorgende IG?

Je werkt als verzorgende IG vaak zelfstandig, maar je bent wel betrokken in een zorgteam. Samen met dit team wordt een zorgplan opgesteld en uitgevoerd met betrekking tot de cliënt. In dit plan staat bijvoorbeeld wat de doelstellingen van de cliënt zijn en welke zorg jij moet verlenen. Dit kan bijvoorbeeld gaan om medicatie, persoonlijke verzorging en dagbesteding van de cliënt.

Als verzorgende IG voer je ook een aantal verpleegtechnische handelingen uit, zoals het geven van een injectie of het verzorgen van katheters. Ook het toedienen van medicatie of het verzorgen van wonden behoren tot de werkzaamheden. In de functie verzorgende IG staat persoonlijke zorg en aandacht geven aan cliënten centraal. Een belangrijk onderdeel is luisteren en gesprekken voeren met de cliënt. Je onderhoudt daarnaast ook contact met de huisarts en eventueel met andere disciplines zoals fysiotherapeut, arts of verpleegkundige.

Takenpakket verzorgende IG

Zoals hierboven genoemd verrichten verzorgende IG verzorgende taken op basis van het zorgplan van de zorginstelling. Ook ben je bevoegd om verpleegtechnische taken uit te voeren. Het takenpakket bestaat onder andere uit:

  1. Wassen, afdrogen en aankleden van cliënten;
  2. Verzorgen van wonden;
  3. Een luisterend oor zijn voor de cliënt;
  4. Verstrekken en/of toedienen van medicatie;
  5. Bijdragen aan positieve woonomgeving;
  6. Rapporteren van ontwikkelingen van cliënten;
  7. Contact onderhouden met familie of andere betrokkenen;
  8. Begeleiding van sociale en recreatieve activiteiten;
  9. Geven van injecties;
  10. Verzorgen van katheters;
  11. Inbrengen van een maagsonde.
Categories: